Godsdienstvrijheid, tolerantie en neutraliteit:
een ambigue drie-eenheid?

Studiedag 21 mei 2024

Vrijheid van godsdienst en geweten is een mensenrecht, vastgelegd in de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens (1948) en aanvaard door alle lidstaten van de Verenigde Naties. Die internationale gedragenheid neemt echter niet weg dat er doorheen de jaren verschuivingen zijn in de interpretatie van dat fundamentele recht. Er dienen zich voortdurend nieuwe vragen aan: zijn religieuze symbolen in de openbare ruimte nog langer toegestaan? Kan iemand zich blijven beroepen op gewetensvrijheid in professionele aangelegenheden? Kan de vrije inrichting van onderwijs nog gegarandeerd worden?

Op het niveau van de Belgische staat en politiek worden steeds meer voorstellen gedaan omtrent neutraliteit. Sommige voorstellen beperken daarbij de zichtbare rol die religie in een samenleving kan spelen. Het principe van ‘gelijke afstand’ van de overheid tegenover alle erkende levensbeschouwingen, een essentieel onderdeel van de staatsneutraliteit, kan grosso modo twee kanten op. Ofwel haalt de overheid de band met de erkende levensbeschouwelijke instanties nauwer aan. Religie kan zich dan weliswaar manifesteren in de publieke ruimte, maar wel volgens door de overheid bepaalde criteria. Ofwel verwijst de overheid religiebeleving naar de privésfeer. De vraag rijst dan of staatsneutraliteit nog samengaat met vrijheid van godsdienst. Vele voorstellen voor neutraliteit in Europa halen hun inspiratie uit het begrip laïcité in Frankrijk. Een afspraak die oorspronkelijk garantie moest bieden voor de onpartijdigheid en onafhankelijkheid van bepaalde openbare instellingen ten opzichte van de rooms-katholieke kerk, en niet verwees naar neutraliteit in het openbaar.

Is neutraliteit wenselijk? Volgens Mariëtta van der Tol (docent politicologie aan Lincoln College, University of Oxford) is de uitsluiting van religie uit het openbaar leven problematisch: het houdt een oordeel in dat deze ‘andersheid’ of minderheid geen rol meer zal spelen in de politieke toekomst en dat het hoogstens ‘getolereerd wordt’ dat een religie bestaat in een samenleving. Dat is geen echte godsdienstvrijheid, en ook geen echte neutraliteit.

Naast de toenemende tendens richting neutraliteit als ‘verwijzing van religie naar de privésfeer’, ontstaat in België de paradoxale beweging van de staat die, zowel op lokaal als federaal niveau, zelf steeds meer initiatief neemt om het religieuze middenveld te organiseren. De staat bekijkt religie vanuit zijn eigen bril, als een van de keuzeopties binnen de vrijetijdsbesteding dan wel als een inherente bedreiging die overwonnen moet worden via een neutraal overheidsinitiatief. Zo heeft de Belgische overheid vorig jaar de Moslimexecutieve afgeschaft en in de plaats daarvan de Moslimraad opgericht. Bovendien wil ze steeds meer greep krijgen op de religies die in België bestaan: er werd een informatie- en screeningsdienst van lokale geloofsgemeenschappen opgericht, een controleorgaan dat wantrouwen uitademt.

Vrijheid van religie lijkt gegarandeerd door de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens, maar leidt deze formele, juridisch erkende vrijheid ook tot voldoende reële vrijheid op het terrein? Maakt de neutrale seculariteit van de staat religiebeleving mogelijk, of filtert ze die beleving meer en meer weg uit het maatschappelijk weefsel? Is religie een primary good zoals een moedertaal? Of is het eerder een vrijblijvend lidmaatschap zoals dat van een sportclub? Is een religieuze overtuiging iets dat enkel geuit mag worden in de privésfeer? Wat doet staatsneutraliteit met de (minderheids)stem van gelovigen in de publieke sfeer en hun recht op representatie en erkenning?

Tijdens deze studiedag buigen we ons over deze kwesties, samen met sprekers Mariëtta van der Tol (Lincoln College, University of Oxford), Sophie van Bijsterveld (Radboud Universiteit Nijmegen), Jogchum Vrielink (UCLouvain Saint-Louis Bruxelles), Samira Azabar (Radboud Universiteit Nijmegen) en Frans van Daele (Europese Commissie).

De bijdragen aan deze studiedag worden in het najaar van 2024 gebundeld in een themanummer van Religie&Samenleving.
Blijf je graag op de hoogte? Schrijf je dan nu in op onze nieuwsbrief!

Tolerantie in overweging: de vraag naar de plaats van “de ander” in de samenleving – Mariëtta van der Tol (Lincoln College, University of Oxford)

In deze lezing denken we na over tolerantie als vraag naar de plaats van “de ander” in de samenleving. Doorheen de geschiedenis zien we dat die plaats van de ander steeds opnieuw ter discussie wordt gesteld. Vroeger ging dit vaak over religie en over religieuze minderheden: degenen die “anders” waren, bleven vaak onzichtbaar, mochten niet volledig deelnemen aan het maatschappelijke leven, of werden door verbanning of vervolging aan de samenleving onttrokken. Het groeiende bewustzijn rondom tolerantie – door rechtspraktijk en filosofie – heeft bijgedragen aan de emancipatie van “de ander” in het publieke leven en ook de toekenning van fundamentele rechten in de context van de moderne staat.

Maar wat betekent tolerantie eigenlijk? En wat betekent het om “tolerant” te zijn in een post-seculiere en post-christelijke staat? Tolerantie vraagt verdraagzaamheid, de acceptatie van verschillen tussen mensen, en het inkaderen van spanningen die kunnen voortvloeien uit uiteenlopende normen, waarden en praktijken. Die capaciteit voor tolerantie staat onder druk van nationalisme, populisme, en de neiging om de ander toch weer uit te sluiten van de openbare ruimte – desnoods door middel van de wet. Hoe kunnen we putten uit de lange geschiedenis van tolerantie om beter te begrijpen wat het betekent om die ruimte te delen?

Marietta van der Tol is docent politicologie aan Lincoln College (University of Oxford) en auteur van het boek Constitutional Intolerance: the Fashioning of ‘the Other’ in Europe’s Constitutional Repertoires (Cambridge University Press, verschijnt in 2024).

Godsdienstvrijheid – van een vanzelfsprekendheid tot een ongemakkelijk recht – Sophie van Bijsterveld (Radboud Universiteit Nijmegen)

De politiek-maatschappelijke stemming over godsdienstvrijheid in Nederland is de laatste twee decennia behoorlijk omgeslagen. Anders dan de decennia daarvoor ligt nu niet de nadruk op het verruimen van deze vrijheid, maar juist op het beperken daarvan. Die omslag is niet uniek voor de vrijheid van godsdienst, maar lijkt voor de vrijheid van godsdienst wel bij uitstek opgeld te doen. Het recht op godsdienstvrijheid is daarmee veranderd van een vanzelfsprekendheid tot een bij uitstek ongemakkelijk recht.

Blijft het bij politieke en maatschappelijke discussies of verandert er ook daadwerkelijk iets in de wetgeving en de rechtspraak? Zo ja, hoe manifesteren de veranderingen zich dan concreet? Hoe kunnen wij de omslag verklaren en wat zegt dit alles over de samenleving zelf?

Sophie van Bijsterveld is hoogleraar Religie, recht en samenleving aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Zij is initiatiefnemer van het project Tocqueville, religie en democratie. Van haar hand verscheen in 2018 de monografie ‘Overheid en godsdienst. Herijking van een onderlinge relatie’, derde, herziene druk, Den Haag: Boom. Een recente studie op het terrein van godsdienst is ‘Discriminatie, indirecte discriminatie of geen discriminatie? De geforceerde discriminatierechtspraak van het Hof van Justitie van de EU in godsdienstzaken’, in Tijdschrift voor Religie, recht en beleid 2023 (14) 3. Van 2007 – 2019 was zij lid van de Nederlandse Eerste Kamer.   

 

Godsdienstvrijheid: van troef- naar ongelukskaart – Jogchum Vrielink (UCLouvain Saint-Louis Bruxelles)

Grondrechten, waaronder de godsdienstvrijheid, worden traditioneel wel omschreven als ‘troefkaarten’. De bekende rechtsfilosoof Ronald Dworkin (1931-2013) sprak over ‘Rights as trumps’, die voorgaan op beleidsmatige belangen en vaak ook op andere beginselen. Dit gold klassiek ook voor de godsdienstvrijheid. In toenemende mate lijkt dit echter niet langer het geval voor het betreffende grondrecht. Niet alleen delft het recht steeds vaker het onderspit bij botsingen met andere rechten, maar ook wanneer het louter gaat om beleidsdoeleinden. Het grondrecht lijkt tegenwoordig soms zelfs in het tegendeel van een troef, een soort ‘ongelukskaart’ te zijn verworden, waarbij het inroepen ervan vrijwel geheid tot een negatieve uitkomst leidt. Aan de hand van enkele recente zaken wordt deze ontwikkeling geschetst en wordt gezocht naar verklaringen (en mogelijke oplossingen).

Jogchum Vrielink is professor aan de Faculteit Rechten van de UCLouvain Saint-Louis Bruxelles.

Twee maten, twee gewichten. Welke grenzen aan godsdienstvrijheid? – Samira Azabar (Radboud Universiteit Nijmegen)

In België geniet godsdienstvrijheid bescherming als fundamenteel recht, zoals vastgelegd in de grondwet en internationale verdragen. Dit gegeven staat in schril contrast met hedendaagse debatten over islam in België waarbij kwesties van integratie, culturele diversiteit en veiligheid centraal worden gesteld. Zo hebben het hoofddoekenverbod, het islamitisch onderwijs, het verbod op ritueel slachten, de erkenning van moskeeën en de Moslimexecutieve (nu Moslimraad) al heel wat voer voor debat opgeleverd. Hoe rijmen we deze hevige debatten – en daaruit resulterende verboden – met de godsdienstvrijheid die voor iedere burger geldt? Belgische moslims verwerpen deze grenzen aan godsdienstvrijheid die hen worden opgelegd, wat vaak heeft geleid tot (juridisch) verzet. Ze betwisten de idee dat religie uit de publieke sfeer geweerd moet worden, en wijzen op hoe religie een maatschappelijke meerwaarde kan hebben. In deze bijdrage worden maatschappelijke discussies rond de plaats van religie (meer specifiek islam) gekaderd en de uitdagingen in België, wat betreft islam, toegelicht.

Samira Azabar is postdoctoraal onderzoeker aan de Radboud Universiteit Nijmegen en onderzoekt de attitudes van moslims rond gender en seksualiteit. Haar doctoraat (Universiteit Antwerpen), getiteld Halal Resistance. Unraveling Muslims’ Political Agency, onderzocht op intersectionele wijze hoe Belgische moslims politiek participeren.

Q&A

met Samira Azabar (Radboud Universiteit Nijmegen), Sophie van Bijsterveld (Radboud Universiteit Nijmegen), Mariëtta van der Tol (Lincoln College, University of Oxford) en Jogchum Vrielink (UCLouvain Saint-Louis Bruxelles) onder leiding van moderator Hans Geybels (Logia)

Slotreflectie – Frans van Daele (Europese Commissie)

Frans baron van Daele studeerde Romaanse filologie aan de KU Leuven en bouwde daarna een carrière in de Belgische diplomatie uit. Hij was onder andere adjunct-vertegenwoordiger in de Veiligheidsraad, directeur-generaal Politieke Zaken bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, permanent vertegenwoordiger bij de Europese Unie, ambassadeur in de VS, en bij de NAVO. Van 2010 tot 2012 was van Daele kabinetschef van Herman Van Rompuy, de voorzitter van de Europese Raad, en sloot daarmee zijn diplomatieke carrière af. In 2013 werd van Daele aangesteld als kabinetschef van Koning Filip. Sinds 2022 is hij Speciale Gezant ter promotie van de vrijheid van religie of geloof buiten de EU van de Europese Commissie.

 

Lees meer …

Organisatoren

Taye Birhanu Taressa

Neutraliteit breidt zich uit als een olievlek

Wint neutraliteit aan terrein ten koste van de godsdienstvrijheid? Lees het interview met politiek sociologe Samira Azabar en professor discriminatierecht Jogchum Vrielink in Tertio!
Lees meer...

UCSIA vzw

Universitair Centrum Sint-Ignatius Antwerpen

Logia vzw

Christelijk geïnspireerde denktank met meer dan 180 experts die hun inzichten delen in de media

UCSIA

Koningstraat 2
B-2000 Antwerpen
info@ucsia.be
Tel. +32 (0)3 265 49 60