Solidariteit na COVID-19: lessen, ongelijkheid en internationale samenwerking 

In de eerste aflevering van Solidariteit Spreekt, de podcast van de UCSIA-Solidariteitsacademie, duiken we in de vraag: heeft de COVID-crisis onze solidariteit duurzaam versterkt of juist onder druk gezet?

Host Linda De Win gaat in gesprek met Stijn Oosterlynck, professor in de stadssociologie aan de Universiteit Antwerpen, en Naima Charkaoui, directeur beleid bij 11.11.11, de koepelorganisatie van internationale solidariteit in België. Samen verkennen ze hoe solidariteit tijdens de pandemie op lokaal, nationaal en internationaal niveau tot uiting kwam, en welke mechanismen erachter zitten.

Solidariteit na COVID-19: lessen, ongelijkheid en internationale samenwerking 

Luister nu!

Wil je geen enkele aflevering van Solidariteit Spreekt missen?

Of volg de podcastreeks op Facebook, Instagram en/of LinkedIn.

Van hoopvolle U-bocht naar harde realiteit?

In 2020 en 2021 publiceerde UCSIA twee boeken waarin Vlaamse experts de pandemie beschouwden als een kans voor een maatschappelijke U-bocht. Vijf jaar later stellen we ons de vraag: is die ommekeer er gekomen?  

De realiteit is niet mals. Geopolitieke conflicten, de klimaatcrisis en de opmars van het populisme hebben de hoop op een structurele verandering overschaduwd. 

Warme versus koude solidariteit

Tijdens de pandemie zagen we spontane vormen van solidariteit: mensen applaudisseerden voor zorgpersoneel, hielpen buren in nood, en volgden strikte maatregelen uit zorg voor kwetsbaren. Dit noemt men vaak warme solidariteit.  

Maar ook de structurele koude solidariteit, zoals sociale bescherming via de welvaartsstaat, speelde een cruciale rol. Volgens Oosterlynck is het onderscheid tussen warm en koud niet altijd zinvol: indirecte steun is vaak heel efficiënt en kan ook als warm en betekenisvol worden ervaren. 

Internationale solidariteit onder druk

Charkaoui wijst op de mondiale dimensie van solidariteit. Hoewel er in het begin zeker sprake was van een gedeeld besef van lotsverbondenheid, kantelde het discours snel. Rijke landen gingen vaccins hamsteren, multilaterale samenwerking brokkelde af, en internationale instellingen kregen minder middelen en steun.  
De pandemie toonde hoe verbonden we zijn, maar ook hoe kwetsbaar internationale solidariteit is. 
Het is heel tegenstrijdig dat veel politieke leiders er vandaag voor kiezen om terug te plooien op zichzelf, terwijl we de aanstormende crises, zoals bijvoorbeeld de klimaatverandering, enkel globaal kunnen aanpakken. 

Meer of minder solidair?

Volgens Stijn Oosterlynck is er niet meer of minder solidariteit op lokaal vlak. Wel worden de groepen met wie we solidair willen zijn anders ingevuld.  

Een opvallende trend is het welvaartschauvinisme: een groeiend aantal burgers voelt zich enkel solidair met mensen van dezelfde nationaliteit en etnische groep. 

Naima Charkaoui haalt aan dat er internationaal gezien zeker een terugval is in solidariteit. Met Trump op kop, schroeven heel wat overheden de budgetten voor internationale samenwerking en ontwikkelingshulp terug.

Ongelijkheid

De COVID-crisis legde ook bestaande ongelijkheden bloot, zoals in huisvesting en arbeidsomstandigheden. Hoewel er tijdelijk meer sociale bescherming was, zijn structurele verbeteringen uitgebleven.
De kloof tussen rijk en arm is zelfs gegroeid, zowel nationaal als internationaal. Veel investeringen in private sectoren als de farma-industrie en IT gebeurden met publiek geld. De winsten werden echter privé geïnd.  

Hoopvolle signalen

Toch is er ook hoop, volgens professor Oosterlynck. Solidariteit is in België een ingebakken reflex bij de aanpak van iedere crisis en dat wordt niet in vraag gesteld. In de VS is dat bijvoorbeeld ondenkbaar.  

Hij ziet dat de nabijheid en sociale infrastructuur in steden in een stroomversnelling kwam: wijkgezondheidscentra, buurthuizen en verenigingen versterken lokale veerkracht. 

Naima Charkaoui wijst op de sterke basis van betrokken burgers en ngo’s die zich actief inzetten voor solidariteit, zowel lokaal als internationaal. Ze meent dat sociaal engagement een tegengif kan zijn voor de onzekerheid en angst die het huidige wereldbeeld inboezemt.

Ze stelde ook vast dat er heel veel expertise en knowhow in het zuiden zit. Tijdens COVID stuurden sommige landen zelfs hulp naar Europa. Er wordt dus wereldwijd ingezet om te gaan naar meer rechtvaardigheid en een meer globale aanpak.

“Ik denk dat het een feit is dat je geen stolp kan zetten over België, niet over de Europese Unie. We zijn nu eenmaal wereldwijd verbonden via migratiebewegingen, economie, pandemieën enzovoort. En dat men dan ook het beleid ernaar moet voeren, want door de realiteit te ontkennen, ga je nooit komen tot een betere wereld voor iedereen. En ik geloof dat ook echt. Als je wereldwijd aan globale uitdagingen werkt, dan gaan we daar ook in Europa beter van worden.”

“Solidariteit is altijd werken, solidariteit is er niet zomaar. Dat zijn dingen die gecultiveerd moeten worden, die uitgebouwd moeten worden, waar je instellingen voor nodig hebt die dat ondersteunen, waar je groepen voor nodig hebt die dat bewaken.”

Beleidsaanbevelingen

Stijn en Naima hebben ook enkele aanbevelingen voor het beleid: investeer in lokale netwerken en wijkvoorzieningen die solidariteit faciliteren, versterk multilaterale samenwerking en internationale solidariteit, en leer lessen uit eerdere crisissen om toekomstige uitdagingen beter het hoofd te bieden.

Beiden geloven dat solidariteit geen vanzelfsprekendheid is, maar iets dat actief en met een langetermijnvisie gecultiveerd moet worden.

Conclusie

Deze aflevering van ‘Solidariteit Spreekt’ laat zien dat solidariteit geen vanzelfsprekendheid is, maar iets waaraan we actief moeten werken. Maar het gesprek biedt ook hoop: ondanks politieke en economische druk bestaat er nog altijd een breed maatschappelijk draagvlak voor solidariteit, rechtvaardigheid en samenwerking.

Luister en ontdek hoe COVID-19 onze kijk op solidariteit heeft veranderd, welke lessen we meenemen voor de toekomst, en welke rol jij kunt spelen in een meer rechtvaardige, verbonden samenleving.
Wil je op de hoogte blijven van nieuwe afleveringen en evenementen?

Wat brengt de toekomst?

In het voorjaar van 2026 organiseert UCSIA de lezingenreeks U-Turn: 5 jaar later waarin we de balans opmaken: heeft de pandemie ons echt veranderd?

Thema’s als eenzaamheid, verslaving, burgerinitiatieven en autoritaire leiders komen aan bod. We blijven zoeken naar hoopvolle perspectieven in een wereld vol uitdagingen.

Meer weten over U-turn: 5 jaar later?

Werkten mee aan deze aflevering

Colofon

Host: Linda De Win

Gasten: Naima Charkaoui (11.11.11) en Stijn Oosterlynck (Universiteit Antwerpen)

Redactie: Kaat Somers en Erik De Bom

Productie: Kaat Somers en Marijke Celis

Communicatie: Marijke Celis

Montage en mixage: AV Inspire

Muziek: Giuseppe Minervini

Stem intro & outro: Gilke Gunst

Profielfoto Linda De Win

Linda De Win

Linda De Win is journalist. Ze werkte meer dan 30 jaar op de VRT-nieuwsdienst, waar ze zich specialiseerde in de verslaggeving van de binnenlandse politiek. Ze werkte voor het Journaal, Terzake en De zevende dag. Van 2006 tot 2021 presenteerde ze het parlementaire programma ‘Villa Politica’.
Van opleiding is ze historica. Ze deed haar kandidaturen aan de UFSIA, en haar licenties (met specialisatie hedendaagse tijden) aan de Universiteit Gent. Ze is niet alleen gepassioneerd door haar vakgebied, maar door alles wat er in de samenleving gebeurt. Op dit moment is ze actief als journalist, podcasthost en moderator. 
Profielfoto Naima Charkaoui

Naima Charkaoui

Naima Charkaoui studeerde politieke wetenschappen aan de Universiteit Gent. Sinds 2001 houdt ze zich bezig met mensenrechten, ongelijkheid en racisme: eerst meer dan 10 jaar aan het hoofd van het Minderhedenforum (coalitie van grassroots migrantenorganisaties), later bij kinderrechtenorganisaties en momenteel bij 11.11.11, als directeur beleid. Ze schreef ook enkele boeken, vooral over racisme. 
Profielfoto Stijn Oosterlynck

Stijn Oosterlynck

Stijn Oosterlynck is hoogleraar stadssociologie aan de Universiteit Antwerpen. Hij is lid van het dagelijks bestuur van het Hannah Arendt Instituut voor stedelijkheid, diversiteit en burgerschap. Hij doet onderzoek naar armoede en diversiteit in steden, het stedelijke middenveld, stedelijke sociale innovatie en sociale stadsvernieuwing.